expo

Dinsdag 01 03 '11 - Zaterdag 30 04 '11

Laurent Bouckenooghe

Dit gebeurt voor de mimetische herhaling van wat is in een wanhopige poging om te zien of te begrijpen wat het is dat ik schilder.

Zaak is dat de schilderkunst als die is wat ze is, niet anders kan zijn dan wat ze is.

Feit is dat de schilderkunst door niet te zijn wat ze is, enkel kan zijn wat ze is.

De schilderkunst als noodzaak van een nieuwe ruimte, van een verrijkte en fascinerende werkelijkheid, van een andere visuele, onbeschrijfbare gedachte, van een werkelijkheid gepuurd uit de werkelijkheid om beter en waarheidsgetrouw te worden weergegeven.

De schilderkunst als essentiële handeling die opent en binnendringt dankzij de belichting. Een handeling die zo secuur de handeling en wat is weergeeft. De kracht en het doorzettingsvermogen met dewelke de schilderkunst zich verenigt met de wereldse ervaring, ontdaan van het puur conceptuele.

De schilderkunst zoals we die ervaren daar waar we toegang hebben, zoals die het onbeschrijflijke van onze materie en gedachte voorstelt.

In deze optiek, is het niet nodig om van de schilderkunst te houden. Er hoeft enkel van de soberheid van kleur en borstelveeg worden gehouden. Van de manier waarop die ons leidt en onder andere binnenbrengt in wat is, van de manier waarop het niet te situeren te situeren is, het onafgewerkte, het tussen de twee van wat is, waar elk verlangen gestoeld is op de verschijning, waar elke verlangen gestoeld is op verdwijning, waar elke noodzaak in het verhaal en elke afwezigheid van verhaal, daar waar de lichamen, de vormen niet kunnen verschijnen of verdwijnen, verloren binnen de beperkingen van de handeling, maar zijn en blijven.

Ook kan ik niet meer zien. Ook geef ik niets om te begrijpen.

Ik schilder altijd om beter in het leven te stappen, altijd kom ik terug op de gevoelige aanpak van deze onbekende zonder beperkingen, waar de schilderkunst een laatste schuilplaats heeft en de massieve verlichting wordt omgevormd in deze gapende kloof, die het doek wordt genoemd.

Ik schilder altijd om de onmogelijkheid van het vatten te begrijpen, om wat onmogelijk is te zien te bekijken, om te tonen wat niet mag vertoond worden. De schilderkunst verlaat de werkelijkheid en gaat over naar een diepere en meer waarachtige ‘mise en scène’ van de werkelijkheid, buiten en in de diepte.